Als troeteldiertjes voor mijn handen


door Loek Meijer

1.

Met de niet altijd even verheffende inwijdingsrite van de studentenvereniging nog maar net achter de rug, schaamde ik me ervoor dat ik me te elfder ure toch had opgegeven voor het jongerenweekeinde van de blindenbond waarvan ik destijds lid was. Ik wilde het blindenwereldje niet nodig hebben. Als ik gezelligheid wenste of een gedachtenwisseling over het een of ander, dan kon ik me tot zienden wenden. Sinds ik het blindeninstituut had verlaten, leefde ik nu eenmaal - en godzijdank - in de wereld van zienden. Nam ik deel aan groepsactiviteiten van blinden, dan ervoer ik dat als een nederlaag, alsof ik daarmee bekende dat ik er niet in was geslaagd me bij de zienden thuis te voelen.

Dat ik me ondanks dat op weg begaf naar een bijeenkomst van blinden, vond zijn oorzaak in het feit dat ik sexuele behoeften had waar de wereld van de zienden geen antwoord op leek te willen geven. Vol goede moed was ik als zestienjarige de zogeheten ziende maatschappij ingestapt. De periode van onvervuld verlangen naar meisjes zou spoedig achter me liggen, veronderstelde ik, want eenmaal toegerust met ziende vrienden zou ik de weg naar de meisjes wel vinden en zou ik evenals die vrienden het lokkende doel bereiken. Vrienden had ik gekregen, zij het minder dan ik had verwacht, en ik had meisjes mee uitgenomen. Tot vrijen was het echter nooit gekomen. Nu legde ik het daar lang niet altijd op aan. Vooral bij de meisjes die ik erg graag mocht en die mij welgezind waren lag de gedachte aan lichamelijk contact - of laat ik zeggen sexueel contact - ver op de achtergrond. De vriendschap op zich en de hoop dat deze zou uitgroeien tot innige genegenheid maakten me al heel gelukkig. Nochtans verloochende mijn aard zich niet. In tijden dat ik niet verliefd was, noch op minder heftige wijze geboeid werd door een meisje, voelde ik me danig tekortgedaan door het leven. Met grote afgunst hoorde ik mijn vrienden vertellen over hun belevenissen met meisjes en vervuld met zelfmedelijden vroeg ik me af waarom mij die pleziertjes werden onthouden. Waarom gedroegen de meisjes zich toch zo terughoudend tegenover mij? Waarom lieten ze me nooit merken dat ze meer wilden dan dansen en waarom wezen ze me geschrokken af, als ik dan eindelijk zelf het initiatief nam?

Welnu, in zo'n stemming van: de zienden moeten mij niet, ging ik naar het jongerenweekeinde. Als het mijn blindheid was die deed afschrikken, dan zou dat voor blinde meisjes in ieder geval niet gelden. Bovendien verwachtte ik dat ook blinde meisjes hun tegenslagen zouden kennen in de liefde en daarom genoegen wilden nemen met iemand als ik.

Ik vond het - je zou kunnen zeggen tegen wil en dank - prettig oude vrienden en kennissen te ontmoeten. Door al die jaren waarin ik met hen had opgetrokken voelde ik me toch zo verbonden met hen dat ik graag vernam hoe het met hen ging. Tevens viel ik, in weerwil van mijn scepsis, ten prooi aan de gedaantewisseling die ik ook bij eerdere gelegenheden had ondergaan. Omringd door hoofdzakelijk lotgenoten voelde ik me veel vrijer dan onder zienden, alsof ik me temidden van hen toch altijd de mindere achtte, de hulpbehoevende. Mijn zelfbewustheid bereikte op slag een aanzienlijk hoger peil en ik had eindelijk weer eens het heerlijke gevoel er nog niet zo slecht voor te staan. Tot die ervaring droeg ongetwijfeld bij dat ik me geheel en al als blinde kon gedragen, me bedienend van omgangsmanieren die bij zienden geen genade vinden of op zijn minst hinderlijk opvallen, maar die de communicatie aanzienlijk vergemakkelijken. Ik denk aan de manier waarop je elkaar met de stem opzoekt en aan het lichamelijke contact - het aanraken van een arm of schouder - dat onder blinden een belangrijke meedelende waarde heeft als vervanger van het wisselen van een blik. Ik had trouwens ook een flinke tik meegekregen van de kennismakingstijd die ik in de studentenvereniging had doorgemaakt. Nu ik me na alle vernederingen eerstejaars mocht noemen, voelde ik me een hele Piet, hoe sterk ik het gedrag van de ouderejaars ook was blijven afkeuren.

Al bij al was ik 's avonds in een prima stemming. Het was denk ik tegen half elf toen we naar onze kamers gingen. Ik deelde de mijne met twee jongens met wie ik in de klas had gezeten. Met een van hen was ik trouwens nog steeds bevriend. We zagen elkaar zo geregeld, dat het me niet moeilijk viel na een halfuurtje ertoe te besluiten eens op onderzoek uit te gaan. Van de drijfveer tot mijn komst was ik me steeds bewust gebleven, wat een goede toeschouwer had kunnen afleiden uit de spitse oren waarmee ik naar de vrouwenstemmen had gereikt. Thans ging ik op de geluiden af die van buiten onze kamer tot me doordrongen. Ik zei dat ik eens ergens anders ging kijken en verliet de kamer.

2.

Ingespannen luisterend liep ik de gang op. Twee kamers verder bleef ik staan. Hier hoorde ik meisjes giechelen en daar tussendoor klonken opgewonden mannenstemmen. In de lege gang nam ik de tijd om moed te verzamelen en om de schaamte over mijn beweegredenen weg te moffelen. Toen klopte ik en ging ik zonder antwoord af te wachten naar binnen. Haastig sloot ik de deur achter me, alsof ik wilde voorkomen dat er meer jongens zouden worden aangetrokken door de niet mis te verstane geluiden in deze kamer, en groette met een "Goeieavond." Hoewel de aanwezigen hun bezigheden niet merkbaar hadden onderbroken, was mijn begroeting hun niet ontgaan. De meisjes riepen: "Nee, geen manvolk meer hier" en "Opduvelen joh, dit is een meisjeskamer!" Noch de toon, noch de argumentatie nam ik evenwel ernstig. Zonder het gevoel te hebben dat ik een verbod overtrad, zette ik me daarom neer op het eerste het beste bed dat ik tegenkwam.
Er was geen langdurige observatie voor nodig om vast te stellen dat een viertal meisjes zich spelend verweerde tegen drie paar jongenshanden die overduidelijk de kietelplekjes zochten en vonden. De spartelende lichamen verplaatsten zich van bed naar bed. Soms kwam er een met mij in aanraking. Dan klonk er verbazing. "Hé, wat is dat?" en "Wie is daar?" Het verbazingwekkende aan mij was waarschijnlijk dat ik daar roerloos bleef zitten. Toch liet de situatie me beslist niet onberoerd. Ik had best zin om me in het gewoel te mengen, althans... Laat ik het zo zeggen: Ik kon me levendig voorstellen dat het opwindend was met die meisjes rond te dollen; hier in een arm knijpen en daar in een been; hier zachtjes tussen de ribben prikken en daar een schoen uittrekken om onder de voet te kunnen kietelen. Ik had er evenwel moeite mee om meisjes aan te raken die ik helemaal niet kende. Zou ik me over die hindernis heenzetten - wat in mijn overmoedige stemming niet ondenkbaar was - dan wilde ik dat toch niet in de volle openbaarheid doen, ook al bestond het publiek louter uit blinden en slechtzienden. Als ik moest zwichten voor de verleiding, dan moest het aantal getuigen in ieder geval tot het kleinst mogelijke worden beperkt.

Zoals ik al liet doorschemeren, kende ik geen van de meisjes. Twee van de jongens waren daarentegen geen vreemden voor mij. Ik wist dat ze een jaar of vier, vijf ouder waren dan ik. Dit maakte dat ik hun gedragingen met een zeker medelijden volgde. Inderdaad, ik was met hetzelfde gevoel vervuld als zij, maar het verschil was, dat ik pas negentien was. Was het niet treurig dat zij voor de bevrediging van hun sexuele behoeften hun toevlucht tot dit, in mijn opvatting onvolwassen, vermaak moesten zoeken?. Ik moest er niet aan denken dat dat mijn voorland was. Nee, alsjeblieft niet. Als het vijf jaar verder was wilde ik toch op zijn minst een vaste vriendin hebben! Hoewel ik voor mezelf in mijn leeftijd een verzachtende omstandigheid had gevonden, ging de vervangende schaamte over het gedrag van de anderen gepaard aan schaamte over mijn eigen verlangens, want die roerden zich duchtig in mijn lijf. Hoe graag zou ik niet uitblinken in beheerstheid, teneinde mijn lichamelijke hartstocht op te sparen als een geschenk voor de geliefde die eens in mijn leven zou komen! Te vaak was ik echter al voor de bekoring bezweken om ook deze keer niet iets door de vingers te willen zien. Bovendien hield ik me voor, dat mijn zeg maar gerust hunkering naar meisjes veel makkelijker in te tomen zou zijn, als ik eenmaal wist wat het was om met een meisje te vrijen. Niet, dat ik verwachtte dat het zou tegenvallen; nee, dat zeker niet. Het was de hoop dat mijn vaak heftige behoefte aan sexueel contact met een meisje voor een belangrijk stuk gevoed werd door nieuwsgierigheid. Als ik die nu maar een keer bevredigd had, zo redeneerde ik, dan zou de behoefte wel afnemen.

In een kortstondige luwte van de stoeipartij kwam één van de meisjes bij me op bed zitten. "Even uitblazen," zei ze tegen zichzelf, naar het mij toescheen. Om haar op mijn aanwezigheid opmerkzaam te maken schraapte ik mijn keel. Ze wendde zich naar me toe en vroeg wie ik was. Ik noemde mijn naam. "Nooit van gehoord. Heb je op Henricus gezeten?" Dat beaamde ik. "En jij? Hoe heet jij?" "Ik heet Francine en ik heb bij de nonnen op de Wijnberg mijn jeugd gesleten." Ik zocht in mijn geheugen. Nee, van een Francine had ik nooit gehoord. Met een zucht van behagen ging ze liggen. "Hèhè, dat doet een mens goed," hoorde ik haar zeggen, waarna ze zich eens lekker "Mmmmm" uitrekte. Toen trok ze haar benen op en vlijde zich ruggelings tegen me aan.

Reeds voordat ze bij me op bed was komen zitten, was haar stem me tussen de andere opgevallen, het meest misschien door de onbekommerde manier waarop ze hem had gebruikt. Ze praatte voorts met een sterk Brabants accent, wat me vertederde. (Terzijde merk ik op, dat mannen met een zuiders accent me daarentegen eerder vijandig stemmen dan vriendelijk. Dat zal wel komen, doordat de in de meerderheid zijnde zuiderlingen op het blindeninstituut zich nogal eens spottend uitlieten over mijn Haags accent, dat ik in de loop van mijn verblijf beneden de grote rivieren helaas ben verloren.) Haar voelbare nabijheid wond me zodanig op, dat ik bijna misselijk werd van verlangen; mijn bloed werd stroelend naar mijn hoofd gestuwd en het was alsof er honderden speldjes in mijn schedel prikten. Ondanks dat en in weerwil van het vermoeden dat ze niet per ongeluk tegen me aan was komen liggen, waagde ik het niet een hand naar Francine uit te steken. Mijn onzekerheid hield nog te zeer rekening met de mogelijkheid dat ik de situatie verkeerd beoordeelde. Buiten dat voelde ik me in deze volle kamer alles behalve op mijn gemak. De enige toenadering die ik me veroorloofde bestond er in dat ik zodanig ging verzitten dat ik niet meer met mijn rug naar haar toegekeerd zat. Verder wachtte ik gespannen af.

Tijdens ons zwijgen kwam het voortgezette gestoei andermaal tot bedaren. De meisjes maakten bekend dat ze wilden gaan slapen en drongen er bij de jongens op aan de kamer te verlaten. Omdat dezen erop stonden dat zij de meisjes een handje zouden helpen bij het uitkleden, begon het gerollebol weer van voren af aan. In het tumult dat dit teweeg bracht hoorde ik Francine overeind komend zeggen dat ze naar de w.c. ging. Ze was al de kamer uit toen ik met een schok besefte dat ik deze gelegenheid moest aangrijpen. Mezelf geen tijd gunnend de situatie te overwegen veerde ik op. Ik haastte me achter haar aan en haalde haar in nog voordat ze de toiletruimte had bereikt. Ik pakte haar bij de arm en zei het enige dat ik in de gauwigheid had kunnen verzinnen, namelijk: "Ik wilde je nog even welteruste zeggen." Ik deed mijn best het zo onbevangen mogelijk te laten klinken, maar ik betwijfel of dat lukte, want ik handelde uit opperste gedrevenheid. Zou ze me uitlachen of ruw wegduwen? Mocht ik anders verwachten? Maar nee. Ze bleef staan en zei: "Nou, dat moet je dan maar doen." Die toegevendheid verraste me zo, dat ik aarzelde. Maar weldra forceerde mijn begeerte een besluit en gehoorzaamde ik de dwingende prikkels van mijn gevoel. Ik sloeg mijn armen om haar schouders en drukte mijn mond stevig op de hare. En toen gebeurde wat ik niet eens had durven hopen! Terwijl ze in een heftig gebaar mijn hoofd in haar handen nam, opende ze haar mond en liet ze in een snelle, krachtige beweging haar smalle tong tussen mijn lippen naar binnen schieten om vervolgens met een gulzig zuigen de mijne in haar mond te vangen. Het was een kwestie van twee, drie tellen. Toen liep ze door. Terwijl ik haar op de voet volgde, moest ik terugdenken aan het ongeloof, waarmee ik vijf jaar tevoren had geluisterd naar wat mijn oudere broer wist te vertellen over tongzoenen. Zoiets onhygiënisch zou ik nooit doen, had ik me toen voorgenomen. Op dit ogenblik kon ik constateren, dat ik bij de eerste de beste keer geen gruizeltje weerzin had bespeurd; integendeel: Hiervan zou ik nooit genoeg krijgen!

3.

Tegen de lauwe radiator naast de wastafel geleund wachtte ik tot Francine uit de w.c. zou komen. Of de andere hokjes ook bezet waren wist ik niet. In de handenwasruimte bevond zich op mij na niemand. Ik begon te trillen van spanning toen er werd doorgespoeld en een der w.c.-deuren werd geopend. Was dat Francine? Ik deed een paar passen naar voren om een botsing uit te lokken. Uit de reactie zou ik dan kunnen afleiden met wie ik van doen had. Mijn opzet slaagde en tot mijn opluchting - voorzover er in die toestand sprake kon zijn van opluchting - was het de stem van Francine die vroeg wie daar was. "Ik ben het," zei ik gedempt; "ik heb op je gewacht." Ze toonde geen verbazing. Alsof ze het zo had gewild, drukte ze zich in een snelle reactie tegen me aan en zoog zich gulzig aan me vast. In een soort verdoving onderging ik het hartstochtelijke geweld binnen de vochtrijke gewelven van onze monden. Mijn handen gleden over haar met dunne wol gebreide truitje en over het wat grovere weefsel van haar rok, waarbij ik genoot van de zachtheid van haar mollige rug en heupen. Ze was zoals ik me een vrouw had gedroomd: een decimeter kleiner dan ik, warm en zacht. In mijn fantasieën had de geur nooit een rol gespeeld. Nu merkte ik hoe ook die iets wezenlijks bleek toe te voegen aan de indrukken die ik van Francines lichaam opdeed.

Niet alleen door de heftigheid van haar zoenen en door de geur en de warmte van het soepele lichaam in mijn armen werd ik hevig opgewonden. De woeste bewegingen van haar handen over mijn rug en billen zorgden minstens voor evenveel onstuimigheid in mijn lijf en het was, denk ik, vooral het besef dat ik er eindelijk in was geslaagd bij een meisje begeerte op te roepen, dat mijn driften deed klimmen tot een hoogte die ze bij masturbatie, alleen of met een jongen, nooit hadden bereikt. Als een vurige toorts stond mijn pik tot het uiterste gestrekt en gezwollen omhoog, op een zalige manier geteisterd door de druk die onze gespannen buiken erop uitoefenden.

Na verloop van tijd verloren onze tongen de kracht waarmee ze het spel waren begonnen. Ik merkte dat mijn belangstelling zich van de mond verplaatste naar de rest van Francines lichaam. Hieraan gaf ik echter nog niet toe. In de bedwelming van het vrijen had het me hoegenaamd niet gehinderd dat we af en toe de handenwasruimte moesten delen met w.c.-gangers. Nu werd ik me er echter van bewust dat behalve blinden ook slechtzienden en ziende begeleiders er behoefte aan konden hebben deze ruimte te betreden. Omdat ik bij mijn verdere bezigheden geen enkele behoefte had aan pottekijkers, maakte ik me voorzichtig los uit de omhelzing, pakte ik Francine bij de hand en nam ik haar mee een w.c. in. Daar draaide ik de deur op slot. Even stond ik besluiteloos tegenover haar, want hoe en waar zou ik beginnen? Ze hielp me echter gauw op weg. Ze nam mijn hand en schoof hem onder haar truitje. Dit was voor mij het teken dat ik een vrijbrief had om het lokkende terrein van haar lichaam te onderzoeken. Zijzelf verschafte zich trouwens zonder hulp toegang tot mijn naaktheid door met beide handen mijn overhemd uit mijn broek te trekken, zich niet de tijd gunnend om een of meer knoopjes los te maken.

Met gloeiende wangen liet ik eerst mijn handen in spiegelbeeldige bewegingen haar rug betasten, cirkelend vanaf de tailleband van haar rok tot aan de hals van haar truitje. Daar gleden mijn vingers over haar warme schouders, terwijl mijn duimen de bosjes haar in haar oksels streelden. Ik dacht eraan terug, hoe mijn oudere zus zich beschaamd uit de voeten had gemaakt, toen ik bij toeval ontdekte dat er haartjes onder haar armen groeiden. Heel zachte kwastjes waren het bij Francine en ik voelde dat er wat zweet in hing. Daarna liet ik mijn handen weer dalen tot aan de bovenrand van haar hemd, om vervolgens aandacht te schenken aan de b.h.- sluiting, met dien verstande, dat ik me tijd gunde voor een mijmering, terwijl mijn vingers er wat omheen speelden. Hoe vaak had ik niet opgewonden gelezen over dit onderdeel van de dameslingerie? Was thans het ogenblik nabij, waarop ikzelf de bandjes zou mogen losmaken? Zou ik het even onhandig doen als de meeste romanhelden? Nog even geduld, gebood ik mezelf; misschien uit schroom. Het kan ook zijn, dat ik de spanning nog wilde opvoeren. Mijn wijsvingers gingen langs de bovenrand van het katoenen hemd, onder de armen door naar de plaats waar de schouderbandjes waren aangehecht. Doordat Francine dicht tegen me aan stond, was het onmogelijk zonder wringen mijn ontdekkingsreis voort te zetten. Toch wilde ik verder, want juist de borsten, op de uitlopers waarvan ik me thans bevond, lokten sterker dan wat ook. Borsten waren een obsessie voor me. Dacht ik met belangstelling aan vrouwen, dan fantaseerde ik over hun borsten. Danste ik, dan was mijn borst een en al ontvangstation voor de signalen die het vrouwenlichaam eraan vermocht door te geven. Borsten, zo droomde ik, waren de troeteldiertjes voor mijn handen en de rustplaats voor mijn hoofd .... Van het tussenbeense plekje van de vrouw kon ik me nog wel een voorstelling maken. Bij meerdere kleine meisjes had ik in mijn kindertijd het zachte, gladde heuveltje met een spleetje gevoeld. Wat vrouwenborsten betrof was ik nooit verder gekomen dan de vluchtige aanraking van de borsten van mijn moeder, toen ze me liet zien hoe ze mijn zeven jaar jongere broertje voedde. Niettemin talmde ik even, voordat ik Francine vroeg of ze zich wilde omdraaien, want ze was er juist toe overgegaan haar handen onder mijn broekband door te schuiven. Om haar te laten merken dat dit me allesbehalve onverschillig was, sloeg ik mijn armen stevig om haar heen en wreef ik mijn wang langs de hare.

Eenmaal achter haar staande, een weinig door mijn knieën gezakt om haar zachte billen goed tegen mijn hete buik te kunnen voelen, kon ik het niet meer opbrengen mijn doel langs de weg der geleidelijkheid te naderen. Ik trok haar hemd uit de rok en tastte met mijn handen linea recta omhoog. En daar voelde ik dan de borsten van een jonge vrouw, weliswaar nog gedeeltelijk bekleed met de zijdeachtige stof van haar b.h., maar ondanks en misschien daardoor juist te meer opwindend in hun compacte verschijning en uitdagende naar voren gerichte stand, alsof ze wilden zeggen: Ziehier de pracht en praal van de vrouw; vang en koester ons in de palmen van je handen. En dermate was ik onder de indruk van hun vorm en volheid, dat ik Francine begon te zoenen waar ik haar op haar hoofd en in haar nek maar raken kon. Wie zulke borsten droeg, zo formuleerde ik inwendig, moest overladen worden met de tederste liefkozingen.

4.

Maar de tijd verstreek en de roes week. Om deze terug te winnen, vermoedde ik, moest ik de borsten in hun volle naaktheid in mijn handen houden. Dan zou ik ...... Voorzichtig, om Francines vel niet te beknellen, probeerde ik ze uit hun omhulsel te halen, maar de b.h. sloot zo nauw, dat ik hem niet zomaar naar beneden kon trekken en ik slaagde er evenmin in ze er als het ware uit te tillen. Teleurgesteld streek ik het kledingstuk glad. Terwijl ik me erop beraadde hoe ik Francine zou vragen of ze dat hinderlijke stukje ondergoed niet kon missen, gleed ik met mijn wijs- en middelvingers over de tepels, die als bloemknoppen door de dunne stof van de b.h. heen voelbaar waren. Ze bleek dat fijn te vinden. Ze begon wat sneller adem te halen en bracht haar handen, die een poosje werkeloos op mijn billen hadden gerust, weer in beweging. Ik schrok toen ze zich plotseling omdraaide. Had ik haar pijn gedaan? Langer dan een tel behoefde ik me hierover geen zorgen te maken; ze fluisterde: "maak dat rotding maar los." Een ogenblik betreurde ik deze ingreep in de situatie, want het duidelijke verband tussen mijn streling en haar emotie had me met een verrukkelijk gevoel van macht vervuld. Maar het volgende moment voorvoelde ik hoe het zou zijn, die borsten naakt in mijn handen en haastte ik me haar wens, die toch ook de mijne was, te vervullen. Even later stonden we schuin tegenover elkaar, de monden als de twee Maagdenburger halve bollen opeen, haar rechterhand op mijn blote rug, haar linker woelend door mijn haren; mijn linkerarm om haar middel en mijn rechterhand .... Ja, met die hand ervoer ik de zachtheid, de gladheid, de beweeglijkheid, de stevigte, het gewicht, maar bovenal de veerkracht van haar borsten. Beduusd van het geluk dat me ten deel was gevallen volgde ik liefkozend met mijn wijsvinger het cirkeltje om haar linker tepel en nam ik later de tepel zelf tussen duim en wijsvinger. Langzaam rolde ik het langwerpig knopje tussen mijn vingertoppen heen en weer. Ook nu wond de aanraking Francine op, wat zich openbaarde in de toenemende heftigheid waarmee ze haar tong in mijn mond liet spartelen. We konden er echter maar kort van genieten. Ze week iets terug en fluisterde: "Nee, doe maar niet; het is te gevoelig zo." "Het spijt me," verontschuldigde ik me, "heb ik je pijn gedaan?" "Nee hoor," stelde ze me gerust, "het ligt niet aan jou. Het is de aard van het beestje." Om haar woorden te ondersteunen trok ze mijn hoofd naar zich toe. Terwijl ik even later, na een kleine aarzeling, voelde hoe gewillig de borsten zich op mijn hand lieten wiegen, was ik de schrik alweer te boven en dacht ik: Dit kan uren duren zonder dat het verveelt .... Maar toen lang voordat we uren verder waren de verveling zich toch aandiende, was een bezinning op de situatie onontkoombaar. Voordien had de overgang van het ene stadium van vrijen naar het volgende me niet voor moeilijkheden geplaatst van - laat ik zeggen - morele aard. Thans echter realiseerde ik me dat voortgaan op de ingeslagen weg - aangenomen dat Francine me daartoe de gelegenheid zou geven - het gevaar inhield dat ik mijn eigen grenzen zou overschrijden. Want zou ik, eenmaal afgedaald tot het nog verborgen gedeelte van haar lichaam, in staat zijn mezelf te bedwingen? Zouden, als het zover was, de verlokkingen me niet te machtig worden? Deze vragen hielden me niet alleen bezig in verband met de mogelijkheid dat ik Francine zwanger zou maken, maar ook, omdat binnentreden bij Francine - een andere manier van gezamenlijk een climax bereiken kende ik niet - zou vechten met mijn opvattingen over sexueel verkeer tussen man en vrouw. Want binnentreden, zo had ik voor mezelf vastgesteld, doe je alleen met iemand van wie je ontzettend veel houdt. Het was duidelijk dat ik voor Francine een dergelijk gevoel niet koesterde. Sterker nog: Ik moest mezelf bekennen dat ze me enkel lichamelijk had aangesproken en nu haar lichaam me op den duur niet bleek te bevredigen, begon Francine me zelfs tegen te staan. Zij, daarentegen, bleek van mij nog niet genoeg te hebben. Ook nu mijn hand meestentijds bewegingloos op haar lichaam rustte, bleef ze doorgaan met mij te zoenen en te strelen. Dit had tot gevolg, dat ik me begon te schamen over mijn afkerige gevoelens en mezelf ondankbaarheid ging verwijten. In deze stemming drong het eerst goed tot me door hoe ik me had laten meeslepen door mijn driften. Zo gefixeerd was ik geweest door het typisch vrouwelijke van haar lichaam, dat ik niet eens de moeite had genomen om me meer dan een vluchtig beeld van haar uiterlijk te vormen. Ik verweet mezelf bovendien te hebben nagelaten enige vorm van geestelijk contact met haar te krijgen. Om een en ander goed te maken en om het zwijgen te verbreken vroeg ik of ik haar gezicht mocht bekijken. Ze had natuurlijk geen bezwaar. Ze volgde zelfs mijn voorbeeld en wel zo nauwkeurig, dat ik een glimlach kon tonen toen ze haar vingers onderzoekend langs de lijnen van mijn gezicht liet gaan. Als ik zeg dat het een ware ontdekkingsreis voor me werd, is dat een karakterisering zonder overdrijving. Het enige gezicht dat ik kende was namelijk mijn eigen gezicht. Wanneer ik daaraan voelde, kwam het me voor alsof mijn wangen in elkaars verlengde lagen. Voor mij was een gezicht daardoor de platte voorzijde van het hoofd. Bij het betasten van Francine merkte ik, hoezeer ik had gedwaald in deze voorstelling van zaken. Verder constateerde ik hoe verschillend onze oorschelpen in elkaar zaten, hoe ongelijk onze neuzen waren en hoe onze monden in vorm van elkaar afweken. Ik had vele beschrijvingen van gezichten gelezen, maar deze door visuele waarneming ingegeven uiteenzettingen hadden zo weining indruk op me gemaakt, dat ik er niet het besef door had verworven dat gezichten werkelijk zo opvallend van elkaar konden verschillen, laat staan dat die verschillen ook voelbaar zouden zijn. Met de uitdrukkingsmogelijkheden van het gezicht zou ik trouwens pas een jaar later worden geconfronteerd bij het volgen van een boetseercursus, waarop ik maskers zou leren maken.

Na de bestudering van haar gezicht, die ik afsloot met een zoen waarbij ik mijn tong als een speurend diertje langs haar tanden liet gaan, ging ik met mijn handen langs haar armen, tastend, maar toch ook strelend, want de aandachtige aanraking van haar huid had me onverwacht een prettige sensatie gegeven. Ik mat de dikte van haar bovenarmen en polsen en legde mijn handen op de hare. Vervolgens ervoer ik de golvende lijn van haar zijden als mooi, zoals ik een paar maanden later in het Haags Gemeentemuseum zou genieten van een bronzen tors, met als hoogtepunt de vloeiende welving van de zwangere buik.

Vanaf de zoom van haar rok volgde ik de benen tot aan haar voeten. Ik bespeurde daarbij voor het eerst mijn weerzin tegen panties; mijn handen gleden knisterend over de nylon stof.

5.

We verhieven ons uit de hurkzit, waartoe we geleidelijk waren afgedaald. Terwijl ik met het bewerkte ringetje speelde dat ze aan haar middelvinger droeg, vroeg ik: "Hoe oud ben je eigenlijk?" "Wat denk je?" "Ik heb geen idee." "Maak dat de kat wijs!" "Nou, echt niet," hield ik vol, bang als ik was een blunder te maken. "Goed. Als jij niet durft te raden, zal ik het je zeggen, maar dan wil ik eerst weten hoe oud jij bent." "Negentien," zei ik. "Zal ik het dan nu maar zeggen? Schrik niet, hoor! Ik ben vierentwintig. Had je dat gedacht?" Nee, ik had haar een jaar of twintig gegeven. Ik moest er even aan wennen dat ze maar liefst vijf jaar ouder was dan ik, want ik had tot dan toe slechts belangstelling gehad voor meisjes die jonger waren dan ikzelf of hooguit van mijn eigen leeftijd waren. Die voorkeur bleek nu dan ongerechtvaardigd te zijn geweest. We wisselden heel globaal wat informatie uit over onze dagelijkse bezigheden. Toen had ik niets meer te vragen, noch te vertellen.

Ik legde mijn linkerarm weer om haar middel en bracht mijn rechterhand naar haar naakte borsten die, nu ik ze een poosje niet had aangeraakt, toch weer aantrekkingskracht op me uitoefenden. Terwijl ik ze met mijn volle hand streelde, ervarend hoe Francine erop reageerde door behaaglijk tegen me aan te leunen, werd ik me ervan bewust dat ik onze ontmoeting nog niet wilde beëindigen. Ik voelde een onweerstaanbare nieuwsgierigheid naar de rest van haar lichaam en ik wilde me daaraan niet onttrekken, ook al wist ik dat ik me achteraf over het toegeven eraan nog het meest zou schamen.

Met opzet ging ik langzaam te werk bij het losmaken van de grote knoop die opzij haar rok dicht hield. Hiermee wilde ik Francine de gelegenheid geven in te grijpen, als mijn voortvarendheid haar niet welgevallig was. Maar ze bleek er allesbehalve bezwaar tegen te hebben. Ze leek me zelfs te willen aanmoedigen, want ze legde haar rechterhand op mijn gulp en begon met zachte kneepjes mijn mannelijk lid te beroeren. Het feit op zich - een vrouwenhand aan mijn geslacht - zorgde voor een lekker gevoel, maar de wilde opwinding waarnaar ik verlangde, bleef uit, doordat ze de minst gevoelige plaats te pakken had. Onderwijl had ik haar rok naar beneden laten zakken en het strakke nylon bovenstuk van haar panties afgestroopt tot een decimeter onder haar billen. Nu gleed ik met zinderende vingers langs de o zo gladde binnenkant van haar dijen omhoog, waarbij ik me het opwindende gevoel herinnerde dat ik had, toen een jongen met een grassprietje door het pijpje van mijn korte broek omhoog tastte. Destijds - ik was toen bijna veertien - was dat aanleiding tot mijn eerste bewuste zaadlozing. Thans kwam het niet tot een ontlading, gewend als ik was geraakt aan sexuele opwinding, ook niet toen ik mijn hand in verrukking tegen het kruisje van haar broekje vlijde dat bol gespannen stond over dat zalig zachte, van grote beloftes vervulde plekje, waar geen benaming mooi genoeg voor lijkt te zijn. Vol rustte dat allervrouwelijkste in de palm van mijn hand, terwijl mijn andere hand vanaf haar rug in haar broekje schoof en langs de spleet tussen haar billen voortbewoog, totdat hij de weelderige begroeiïng van de tussenbeense engte bereikte. Op dat ogenblik verplaatste ik mijn rechterhand. Me bewust van de opwinding die ik teweeg zou brengen - hoe goed kende ik niet uit ervaring de uitdagende kracht ervan - liet ik mijn vingers langs de zoom van het broekje kriebelen, waarbij ik hem af en toe opduwde om er voor even mijn vingertoppen onderdoor te schuiven. Dit wond mezelf echter dermate op, dat ik het niet lang kon rekken. Met een tot in mijn maag voelbare hartslag bracht ik mijn hand in aanraking met haar naakte buik en liet ik me overrompelen door de gewaarwordingen die mijn vingers aan de vochtige warmte tussen de kroezende haartjes ontleenden.

Had ik toen maar enige ervaring in het vrijen gehad of meer durf, verzucht ik thans. Dan hadden we onze ontmoeting op een alleszins bevredigende wijze kunnen afsluiten. Nu ik deze miste en ze kennelijk ook bij Francine ontbrak, wisten we geen raad met de hunkering in ons lijf. Francine ging door met mijn lid op de verkeerde manier te bewerken, terwijl ikzelf naliet de mogelijkheden van haar lichaam te beproeven. Dit had tot gevolg dat ik na verloop van tijd geen opwindende prikkels meer ontving van het lichaam dat ik in mijn handen hield en nog wat later begon het weer tegen te staan. Met een gevoel van weerzin trok ik mijn handen terug en hees ik de panties en de rok omhoog. Wat mij betrof konden we toen aan ons samenzijn een eind maken; hoe eerder, hoe liever. Maar voor Francine bleek het nog niet zo laat te zijn. Ze drukte me fel tegen zich aan en begon me weer wild te zoenen. Hoe dit me eerder op de avond ook aangenaam had geprikkeld, nu ergerde het me. Ik spande me uit alle macht in om mijn afkeer niet te laten merken. Niet alleen mijn tong liet ik mijn gevoelens verloochenen; ook mijn handen liet ik liegen, terwijl ze over haar rug en borsten zwierven. Ik voelde me verplicht zo te handelen, want was ik niet degene geweest die ermee was begonnen en had ze niet allergulst aan mijn wensen voldaan?

Na een lange reeks van minuten kwam toch het moment waarop ook Francine kon ophouden met te hopen dat er bevrediging voor ons was weggelegd. Volkomen uitgeblust bracht ik haar naar haar kamer en met schaamte, die zwaar op me woog, sloop ik mijn eigen kamer in.

***
terug naar de beginpagina van teksten van Loek Meijer
terug naar de beginpagina van de website