De prijsvraag


door Loek Meijer

1.

Haar oog valt op het vel papier dat op het tafeltje is blijven liggen. Ze snelt ermee naar de dichtstbijzijnde deur. Met één voet op het perron roept ze:
"Meneer! Meneer! Meneer met de hond! U hebt wat laten liggen!"
Bij de laatste woorden wordt ze door de deuren gedwongen een stap terug te doen. De trein rijdt tergend langzaam het Nunspeets stationnetje uit. De man wiens aandacht ze heeft proberen te trekken passeert ze op het moment dat hij de helling naar de spoorwegovergang betreedt. In een opwelling klopt ze op het deurraam en houdt ze het vel papier op. Beschaamd glimlachend om de onzinnigheid van dit gebaar keert ze terug naar haar zitplaats in het overigens lege compartiment.
Hij had schuin tegenover haar aan de andere kant van het gangpad in een brailleboek zitten lezen. Ze had herhaaldelijk, opkijkend uit haar treinkrantje, zijn handen en gezicht gadegeslagen, zich verbazend over de schijnbare afwezigheid van verband tussen hoofd en boek. Terwijl zijn handen in een vast patroon van bewegingen van boven naar beneden over de bladzijden gingen, leek hij naar buiten te kijken.
Als ze medereizigers in een gewoon boek ziet lezen, probeert ze altijd te achterhalen of ze het boek kent. Aan het brailleboek was niets te zien geweest. Alleen maar puntjes. Ze had op den duur wel patronen ontdekt, maar ook die patronen riepen geen gelijkenis op met letters of woorden die zij pleegt te lezen.
Het vel papier dat ze nu in haar handen houdt ziet er net zo geheimzinnig uit. Het moet op het laatste moment op het tafeltje terecht zijn gekomen. Het is stevig papier, voelt ze. Ze strijkt met haar vingers over de honderden puntjes die erop staan. Het ziet eruit als een bladzijde uit het brailleboek, maar het geeft niet de indruk er uitgescheurd te zijn. Had ze ermee uit de trein moeten stappen, het risico nemend dat de trein zonder haar verder zou rijden? Misschien had hij haar uitgelachen; wilde hij het papier gewoon kwijt. Ze kan er niet toe besluiten het beschreven vel achter te laten. Ze stopt het in haar tas bij de boeken die ze in Zwolle heeft gekocht. Ze weet dat er in Ermelo een instelling voor blinden is. Ze zou daarheen kunnen gaan om de tekst te laten lezen. Ze rijdt Ermelo echter voorbij. Waarom zou ze zich haasten? Als ze in Putten uitstapt, bekent ze zichzelf dat ze wel degelijk haast heeft. Ze wil echter proberen zelf de puzzel op te lossen. Dat is geen kwestie van liefde voor de denksport; ze wil de vondst voor zichzelf houden.

2.

Thuisgekomen zet ze een kop koffie. Daarna installeert ze zich op de bank achter het huis, in de gegeven weersomstandigheden een prima plaats om de nieuwe boeken te bekijken. Met de boeken haalt ze ook de brailletekst uit haar tas. Gedurende een minuut of wat kijkt ze afwisselend in het boek dat boven op het stapeltje terecht was gekomen - Caesarion van Tommy Wieringa - en op het vel uit de trein. Ze probeert zich voor te stellen hoe het zou zijn als ze blind was. Van de boeken zou ze niets anders kunnen meekrijgen dan het tastbare uiterlijk en de geur. De inhoud zou voor haar verborgen blijven. Slechts dat beetje tekst in braille zou ze kunnen lezen. Zou een blinde zich altijd zo beknot voelen? Hij had er niet ongelukkig uitgezien. Went alles?

Pas toen ze 't Harde waren gepasseerd, had haar nieuwsgierigheid het gewonnen van haar vrees te opdringerig te zijn en had ze hem gevraagd of ze mocht weten welk boek hij aan het lezen was. Zijn handen vielen stil; zijn gezicht draaide hij langzaam naar haar toe. Met een licht uitdagende klank in zijn stem reageerde hij ontwijkend:
"Vraagt u dat altijd als u iemand een boek ziet lezen?"
In plaats van zich te verontschuldigen - het eerste dat in haar opkwam - koos ze ervoor zich niet te laten afschrikken en zei ze dat dat niet hoefde, omdat ze er doorgaans in slaagde de titel met haar ogen te achterhalen. Hij zei:
"Ik verbaas me er steeds weer over wat zienden al niet kunnen zien. Maar deze keer hebt u dan wel pech! Zal ik u dan maar een handje helpen? Wilt u even naast me komen staan?"
Hij zat naast het gangpad. Toen zij zich naast hem had opgesteld, enigszins door haar knieën gezakt, zei hij nadat hij zijn boek had dichtgeslagen:
"Geef uw wijsvinger maar. Dan gaan we samen lezen. Hier staat het: Het schervengericht."
Hierna duwde hij haar hand weg, alsof hij zich ineens van een te grote vrijpostigheid bewust was geworden. Ze ging toen maar weer op haar plaats zitten.
"A.F.Th.," zei ze, blij dat ze die auteur met deze titel kon combineren.
"Kent u het?"
"Alle delen van De tandeloze tijd heb ik met plezier gelezen. Aan dít boek heb ik nog niet durven beginnen. Het is zo dik."
"Eenenzestig van zulke bandjes! Dit is het negentiende."
De trein verminderde toen vaart, voor hem het sein om het boek op te bergen.
Ze heeft geen rust voor een kijkje in de boeken. Ze gaat naar binnen om op internet naar het alfabet in braille te zoeken.

Een uur later heeft ze met behulp van informatie op de website van de NVBS de tekst gedecodeerd. Ze leest:
"wie dit leest nodig ik uit een bezoek te brengen aan www.puntjepuntjepuntje.nl. aanleiding: het is tweehonderd jaar geleden dat louis braille werd geboren."

3.

Niet echt spannend, was haar conclusie vanmiddag. Gelukkig was ze niet uit de trein gesprongen om die man die tekst achterna te brengen. Het loopt nu tegen tienen. Nog een uurtje voordat ze naar bed moet. Zal ze eens op die website kijken?

De naam van de site blijkt geen grap te zijn. Er komt werkelijk een pagina op het scherm te staan. De eerste regels bevatten de volgende tekst:
"Deze website is bedoeld voor mensen die kunnen zien. Onder deze tekstregels staan twee plaatjes. Deze plaatjes zijn afbeeldingen van tekstblokken in braille. Wie de moeite neemt mij via de e-mail een bericht te sturen met de betekenis van de puntjes in de tekstblokken, dingt mee naar een prijs. Mijn e-mailadres is: joost@puntjepuntjepuntje.nl.
Let op: In braille worden van kleine letters hoofdletters gemaakt door voor de kleine letter een bepaald teken te plaatsen. Om verwarring te voorkomen heb ik dit teken hieronder niet gebruikt."

Een half uur later heeft ze de volgende tekst genoteerd:
"braille
waar zienden puntje puntje puntje schrijven,
weten ze het niet meer of doen ze net alsof.
waar blinden dit doen
vullen zij de ruimte met taal."

"uit de inzenders met de juiste tekst kies ik lukraak de winnaar. deze krijgt een uitnodiging van me voor een gezamenlijk bezoek aan een plaats waar je je als ziende even heel erg blind voelt."

4.

Ze denkt er een dagje over na of ze hem werkelijk een bericht met de vertaling zal sturen. Heeft ze wel zin in die prijs? Alweer wint haar nieuwsgierigheid het van haar aarzeling. Joost - ze neemt aan dat hij dezelfde is als die blinde man in de trein (categorie krasse ouderen, waartoe zijzelf ook behoort) - zag er per slot van rekening niet als een boeman uit. Ze schrijft:

"Beste meneer Joost,
Gisteren heb ik u in de stoptrein van Zwolle naar Utrecht ontmoet. U zat in Het schervengericht te lezen. De tekst die u kennelijk expres in de trein hebt laten liggen, heb ik gedecodeerd. Bovendien heb ik de brailletekst op www.puntjepuntjepuntje.nl ontcijferd. (Zie hieronder.) Hebt u al veel reacties ontvangen?
Met groeten,
     Marieke.

Dan komt hier de door mij gemaakte vertaling: ......." (Zie hierboven.)

5.

Ze doorbreekt haar gewoonte zaterdagsochtends haar computer met rust te laten. Als ze de binnengekomen post bekijkt, ziet ze aan het verzendtijdstip dat ze op Joosts reactie had kunnen wachten. Ze leest:

"Beste mevrouw Marieke,
Bravo! Uw vertaling is foutloos.
Wat uw vraag naar het aantal inzenders betreft: Ik moet bekennen dat ik nogal selectief te werk ga bij het verspreiden van de opgave. Een week of twee geleden heb ik de opgave voor het eerst neergelegd. Hierop heb ik geen reactie gekregen. U was de tweede voor wie ik de uitdaging achterliet. Wat mij betreft ga ik binnenkort tot prijsuitreiking over.
Met groeten,
     Joost."

Hier moet ze even over nadenken. Eerst maar boodschappen doen.

6.

Bij het tweede kopje koffie van die dag komt ze niet verder dan het volgende tekstje:

"Beste meneer Joost,
Mag ik weten wat u voor ogen hebt met uw prijsvraag?
Met groeten,
     Marieke."

Alweer is hij snel met zijn reactie. Deze luidt:

"Beste mevrouw Marieke,
Na wat gezeur over het belang van braille in de 21ste eeuw wil ik laten zien dat oud en nieuw elkaar heel goed kunnen aanvullen. Het gaat om lering en (wie weet) vermaak.
Met groeten,
     Joost."

Even diep ademhalen. Dan schrijft ze:

"Volgens mij kunt u daar veel meer over vertellen. Laten we maar een afspraak maken."

Nijkerk, 27 december 2009

***
terug naar de beginpagina van teksten van Loek Meijer
terug naar de beginpagina van de website