Aan de redactie.

"Braille is een mythe", werd er gezegd. Ik werd er stil van.

Maandagmiddag 19 mei werd ik er met bezorgdheid op geattendeerd dat De Ochtenden (verzorgd door de EO) aandacht had geschonken aan het schrift dat door de 15-jarige Louis Braille is uitgevonden. Volgend jaar is het 200 jaar geleden dat hij werd geboren. De teneur van wat de geïnterviewden te melden hadden was dat het belang van braille verminderd is door de afname van het aantal blindgeborenen en de opkomst van technische mogelijkheden om informatie in gesproken vorm (al dan niet synthetisch) aan te bieden. Omdat het niet meevalt om je het lezen met de vingers op latere leeftijd eigen te maken, neemt het aantal actieve braillegebruikers af. Laat me voorzichtig citeren: Wellicht moeten er - onder meer om financiële redenen - andere afwegingen worden gemaakt. Dit item heeft ook de geschreven pers gehaald. Ik wil graag een ander geluid laten horen.

Technische ontwikkelingen.

Ik heb op mijn zevende (dat is 55 jaar geleden) braille geleerd. Dit betekende voor mij dat ik zelfstandig boeken en bladmuziek kon gaan lezen en teksten kon schrijven die ik ook zelf kon herlezen. Ik heb er een rechtenstudie mee kunnen volgen en er jaren mee op een ministerie kunnen werken. Kort nadat ik braille had geleerd, kwam het gesproken boek in ontwikkeling. Behalve literatuur werd er ook studielectuur voorgelezen. Ik heb daar dankbaar gebruik van gemaakt, in het bijzonder als van een door mij gewenst boek geen versie in braille aanwezig was. Het brailleboek bleef bij mij echter favoriet. Hoe goed een boek ook was voorgelezen, het lezen met de vingers had voor mij meer kwaliteit: Ik kon mijn eigen tempo bepalen, mijn eigen interpretatie geven, zelf de plaats bepalen waar ik wilde lezen (onafhankelijk van een elektronisch apparaat) en informatie en emotie ontlenen aan woordbeeld en tekstopmaak. Bovendien bleek wat ik met mijn vingers heb gelezen beter in mijn geheugen te blijven hangen dan wat ik met mijn oren heb opgevangen. Rond 1990 heb ik van de computer gebruik leren maken, dankzij de aanwezigheid van een apparaat (leesregel) dat tekst op het beeldscherm vertaalt naar brailletekens. Dit was voor mij een revolutionaire vooruitgang. Eindelijk kon ik teksten maken en controleren die ik rechtstreeks met zienden kon delen. Omgekeerd kon ik teksten van zienden zonder tussenkomst van anderen zelf lezen.
Tien jaar later was ik zo ver dat ik met de inmiddels ontwikkelde synthetische spraak wilde werken. Het leek een beetje op een nieuwe taal moeten leren, maar na een paar maanden was ik toch zo ver dat ik teksten (uitsluitend zakelijke teksten) in eerste instantie op gehoor las. Waar ik twijfelde aan wat er werd gezegd, raadpleegde ik mijn leesregel. Wilde ik een tekst nauwkeuriger lezen of af en toe kunnen bestuderen, dan liet ik er een papieren brailleversie van maken.
Inmiddels zijn we bijna tien jaar verder en heb ik internet leren gebruiken, voozover webmasters althans zo aardig zijn om hun sites toegankelijk te maken voor gebruikers van synthetische spraak en leesregel. Hierdoor zijn mijn mogelijkheden om zelfstandig informatie te vinden enorm verruimd. Doordat ik slechts 44 tekens tegelijk op mijn leesregel krijg, mis ik overigens wel overzicht, waardoor mij het vinden van informatie altijd veel meer tijd kost dan zienden ervoor nodig hebben. Die tijd blijk ik er echter dikwijls voor over te hebben; onafhankelijkheid is me kennelijk veel waard.

"Braille is een myte"

Dit was één van de uitspraken. Dit klinkt in mijn oren als: "Braille is uit". Daar werd ik heel erg stil van. Ik probeerde me te realiseren wat het zou betekenen als ik geen boeken meer in braille zou kunnen lezen; als ik geen leesregel meer zou kunnen gebruiken om aan de computer te kunnen werken; als er geen machine meer zou zijn waarmee ik aantekeningen in braille zou kunnen maken. Mijn fantasie schoot tekort, zo belachelijk is die uitspraak voor mij. Natuurlijk, er zijn helaas veel blinden die het braille niet beheersen, hetzij doordat ze de moeite om het te leren niet konden opbrengen, hetzij doordat het leren hun ontraden is, hetzij doordat de gevoeligheid van de vingertoppen niet groot genoeg was. Zij stellen het zonder braille. Maar moeten ik en al die anderen die wel het geluk hebben gehad het braille te leren gebruiken daarom uit een soort solidariteitsgevoel dan maar accepteren dat mogelijkheden niet meer worden benut? Ik ben dolblij met de technische ontwikkelingen op het gebied van spraak, maar laten we niet de fout maken te denken dat die informatievorm een volwaardig alternatief voor braille is. Probeert u zich maar eens voor te stellen dat vanaf volgend jaar de boekwinkels alleen nog luister-cd's verkopen.

Nijkerk, 20 mei 2008 - Loek Meijer,
voorzitter Gebruikersraad Aangepast Lezen.


(Op 21 mei 2008 gepubliceerd in Nederlands Dagblad en op 24 mei d.o.v. in Trouw, in beide gevallen redactioneel aangepast.)
***
terug naar de beginpagina van teksten van Loek Meijer
terug naar de beginpagina van de website