door Martin Doorn
Als het uitzicht ver is, is het voor mij als slechtziende letterlijk uit het zicht.Reizend per trein heb ik wel vlak onder mijn raam interessant uitzicht. Daar liggen de spoortuintjes. Tuintjes op verloren stukjes grond tussen het spoor en de rest van de wereld. Soms is de begrenzing een sloot, dan weer de achterkant van een loods of een fabriekje, maar aan deze kant altijd het spoor. Het zijn langwerpige tuintjes, grote en kleinere. Vaak met een schuurtje of tuinhuisje. Een enkele keer zelfs een kasje. In het voorjaar zijn ze makkelijk herken baar. Op de nog bruine stukjes grond vallen de knalgeel bloeiende forsythia’s extra op. Even later ontwaart men de perenbloesem. Dan de bosjes narcissen gevolgd door de tulpen. Dit zijn ook de kenmerken van spoortuintjes die al jaren verlaten zijn. Men kan vele jaren later door de structuur van de verwilderde stukjes grond nog zien dat hier ooit iemand met veel toewijding heeft getuinierd. Je moet dan wel weten waarop je moet letten. Voor de ongeoefende speurder is het voorjaar de beste periode. Dan zijn de bloeiende bomen en bloemen op een verder onooglijk stukje grond naast de spoorbaan het bewijs dat hier vroeger een spoortuintje geweest moet zijn. Jammer genoeg verdwijnen er steeds meer tuintjes. Je ziet het verval plaatsvinden. Scheefgezakte bouwsels die op hun gemak staan in te storten en langzaam vervagende contouren van de eens zo strakke groentebedden. Een enkele keer is het wel duidelijk waarom de tuin is verlaten. Er moest een nieuw spoor komen, een tunnel of een weg. Dan is zo’n tuin geheel of gedeeltelijk onder het zand verdwenen. Al kijkend uit mijn treinraam zie ik ook tuinen die van de ene op de andere dag verlaten schijnen te zijn. De groenten staan doorgeschoten op het land en het gras is in maanden niet gemaaid. Is de eigenaar overleden?, vraag ik mij dan af. Andere tuinen zijn duidelijk ontruimd. De schuurtjes zijn afgebroken en de laatste groenten, vruchten en bloemen zijn geoogst. Ik bedenk of de eigenaar te oud is geworden, of er gewoon geen zin meer in had. Ik zal het nooit weten. De trein raast verder naar mijn bestemming en ik bewonder mijn uitzicht. Uitzicht op de spoortuintjes die snel achter mij verdwijnen, maar die ik volgende reis weer zal bestuderen. Zolang ze er nog zijn.
***
terug naar de beginpagina van podium
terug naar de beginpagina van de website